The tail is wagging the dog

De staart kwispelt met de hond. Wij kennen de uitdrukking niet, maar in het Engels wordt daarmee bedoeld een situatie waarin het geheel wordt gedomineerd door een klein of onbelangrijk deel.  Ik hoorde mijn leraar deze uitdrukking gebruiken en uitleggen en sinds die tijd zie ik het bij mezelf en mijn cliënten gebeuren.

Een 40-jarige vrouw die al een tijdje bij me komt heeft ‘op zich wel zin’ om naar een feestje te gaan, maar ze vraagt zich af hoe ze zich moet kleden ‘want ik zie er niet uit’. Als we er op in gaan dan wordt het ‘ik zie er niet uit’ bekleed met argumenten, alsof ze wil bewijzen dat ze gelijk heeft. Ze weet ook zeker dat mensen om haar heen maar één ding zien, nl. dat ze te dik is. Haar zin in het feestje verdwijnt. Als ik niet uitkijk laat ik me in dit gesprek meeslepen en zijn we alleen maar bezig met ‘de staart’ in plaats van met de hond. De oorspronkelijk lust en goede zin wordt geheel overgenomen door negatieve gedachten die te maken hebben met niet goed genoeg te zijn.

Ik ken het van mezelf bij het werven van deelnemers aan mijn groepen. Ik geniet enorm van de groepen waarin ik mijn kennis en ervaring met gestaltwerk, qigong en meditatie integreer en waar ik zo veel mooie dingen zie gebeuren. Maar ik vind het elke keer weer een drama om deze ‘mooie waren te venten’. Als ik weinig deelnemers heb liggen de negatieve conclusies snel op de loer. Dat begint met ‘ik ben niet goed in marketing’ en als ik niet uitkijk eindigt het met ‘misschien is wat ik te bieden heb toch niet zo goed als ik dacht’. Ik word gedomineerd door een oordeel over of ik wel of niet goed genoeg ben. En het spijtige er van is dat mijn oorspronkelijke enthousiasme overschaduwt raakt; the tail is wagging the dog.

De staart komt altijd voort uit onderliggende overtuigingen over ‘niet goed genoeg zijn’ of ‘er niet bij horen’, etc. Het helpt niet om te proberen mijn cliënt of mezelf van het tegendeel te overtuigen. Je kan negatieve gedachten niet met het positieve tegendeel bestrijden.  Jeff Foster zegt hierover het volgende:

“…..uiteindelijk zal deze tactiek falen want de tegendelen doen zich altijd samen voor. Meestal, als we geloven dat we positief denken, doen we niet anders dan het negatieve bedekken met het positieve. Onder de oppervlakte borrelt het negatieve nog steeds door, klaar om alle pret te bederven, net op het moment dat we dit het minst verwachten. Je zou kunnen zeggen dat we door het zoeken naar het positieve het negatieve creëren. Ze kunnen niet zonder elkaar bestaan. Onthoud, echter, dat wat we ten diepste zijn niet kan worden aangetastdoor noch negatieve noch  positieve gedachten”.

In de uitdrukking ‘de staart kwispelt met de hond’ is positief denken: de staart bekrachtigen. De hond versterken doen we door ons te focussen op de oorspronkelijke enthousiaste beweging van het hart: Ja, dat wil ik graag doen! Er over fantaseren en onszelf herinneren aan hoe leuk het was bij eerdere gelegenheden, ons vereenzelvigen met wat ons in oorsprong beweegt. Zo versterken we dat wat wij ten diepste zijn.